Dirk tegen Mick
Mick en Dirk kwamen prima uit de opening en leken een spannend middenspel tegemoet te gaan. Mick verkeek zich echter en gaf een stuk weg, waarna hij direct opgaf.
Dries tegen Wim
De partij begon heel klassiek met de gebruikelijke zetten. De stelling leek voor beide spelers muurvast te zitten, totdat Dries kort rokeerde. Wim zette de aanval op de koningsvleugel in die door Dries werd afgeslagen. Toen ging Dries met zijn koning aan het schuiven, waardoor Wim opnieuw kon aanvallen. Wim wist a achter elkaar met combinatie van loper en paard Dries zijn dame en zijn toren te veroveren, waardoor Dries behoorlijk in kwaliteit achter kwam te staan. Inmiddels was de koning van Dries richting a-lijn verhuisd, zodat Wim zijn aanval daarop ging richten. Wim dacht de buit snel binnen te hebben, maar Dries verdedigde met hand en tand, waardoor het toch een lange partij werd. Uiteindelijk kreeg Wim de koning van Dries te pakken en was de overwinning een feit.
Jerry tegen Johan
In de opening probeerde Johan alles volgens theorie te doen maar Jerry snapt dat nog niet, dat maakt het voor Johan wel lastiger. Dus na de opening en het middenspel redelijk gelijk op, Johan stond toen een pion voor, als Jerry had teruggeslagen was hij zijn Dame kwijt, dat zag hij op tijd.
Beter ontwikkeld maar wel een pion achter het eindspel in. Torenlijnen bemachtigen, lopers goed gebruiken en Johan zag een mooie kans mrt een pionvork, De Dame van Jerry kon dit met schaak mooi oplossen en alles stond weer gelijk.
Dames ruilen en nog een toren ruilen … toen maakte Jerry in het eindspel een foutje door zijn loper te snel te ruilen hierdoor kreeg hij een dubbelpion en hij raakte ook een vooruitgeschoven pion kwijt.
Johan speelde dat netjes uit drukte twee pionnen door en Jerry gaf op.
Robin tegen Pepijn
De opening was een standaard e4 met 4 paarden en 2 lopers ontwikkeld, maar nadat Pepijn met zijn d pion het centrum binnenviel kwam Robin is de penningen van Pepijn terecht, waarna veel van zijn stukken niet meer konden bewegen. Toen Robin zijn koning rokeerde viel Pepijn zijn dame de stelling van Robin tegen geassisteerd door een toren. Na een aantal keer schaak te zetten met veel geforceerde zetten kwam Robin door het over het hoofd zien van een zet in schaakmat terecht.
Joy tegen Jan
De opening was een soort Koningsindisch waarbij Joy een ontwikkelingsachterstand kreeg. Bovendien hield ze de koning lang in het midden. Er was van wit enige druk op de zwarte rokade stelling, welke werd gepareerd door een opmars van zwart in het centrum. Daardoor ontstond een vork wat stukwinst tegen een pion opleverde. Door de opmars in het centrum kon zwart de ontwikkeling voltooien waar bij de witte koning in het centrum onder vuur kwam te liggen hetgeen Jan de winst opleverde.
Ruben tegen Patrick
De opening was Engels, bij de spelers rokeren koning kant en het centrum werd van daaruit dicht gezet. Zwart bleef met het eindspel met een donkere loper over en wit had nog een paard. Wit kon geen doorbraak forceren, zwart kon met zijn loper alles goed verdedigen omdat zijn pionnen op donkere vlakken stonden. Uiteindelijk werd het een remise.
Glory tegen Matteo
Glory begon de partij met in de opening een agressieve pionopoffering om tempo te winnen en om open lijnen te krijgen. Glory maakte onnauwkeurigheden in de opening en Matteo wist Glory in een lastige positie te zetten. Glory moest steeds de beste zet spelen om nog in het spel te zitten. Glory wist met tactieken Matteo te verwarren en kon in ruil voor een paard met zijn dame de toren van Matteo in de hoek winnen, terwijl zijn dame daardoor gevangen werd gezet. Matteo had hierna een aanval op de koning van Glory moeten beginnen, maar Matteo deed dat niet. Hij probeerde de dame van Glory te winnen. Dit was het verkeerde plan, want doordat Glory heel precies was kon hij net op tijd zijn dame redden. Omdat de koning van Matteo nog in het midden van het bord stond werd het een groot doelwit en Glory wist hierdoor de partij te winnen.