Martin-Niels:
Na twee keer dit seizoen de caro kann op het bord te hebben gehad, besloot Martin deze keer met b4 te beginnen: het Pools. Beide spelers hadden het gevoel goed uit de opening te komen, maar Martin leek daarin gelijk te krijgen. Niels ging voor een variant waarin hij twee paarden kreeg voor een toren en een pion, maar Martin kreeg daardoor meteen ontzettend veel druk op de damevleugel en op Niels’ koning. Hoewel beide spelers dachten dat er meer in zat, wist Martin uiteindelijk slechts met nog een pion daaruit te komen, al had hij wel twee vrijpionnen op de damevleugel. Bij het afruilen van de dames ging het echter fout. Niels wist een dubbele dreiging te creëren en had daarna nog een tussenzetje waarmee hij een toren leek te winnen. Ineens was het Martin die materiaal moest opgeven om in de partij te blijven. Toen de stof was opgetrokken had Niels een toren, een loper en twee pionnen en Martin een toren en vier pionnen. Door de slechte positie van Martins koning wist Niels dit uiteindelijk uit te spelen.
Arjen – Dirk
Arjen en Dirk raakten in een Franse partij verzeild waarbij Dirk het gevaar in rokeerde. Arjen greep zijn kans om de stelling open te breken met een offer op h7. Beide spelers dachten dat ze aan het langste eind trokken en Arjen had een verdedigende zet van het paard over het hoofd gezien. Nog was er geen man overboord. Dit was het wel, toen hij als enige oplossing zag om een toren tegen paard terug te winnen. Dit leverde Dirk namelijk een goed centrum en twee ijzersterke paarden op, ondanks dat het materiaal in punten gelijk was. Dirk voerde daarna de druk op en wist uiteindelijk door te breken en de partij te winnen.
Pepijn – Joost
Pepijn offerde in de opening een pion, die Joost graag aannam. Hij moest daarna wel verdedigen tegen de aanval die Pepijn opzette. In het jeugdtempo is het altijd lastig om er zeker van te zijn dat je niets over het hoofd ziet. Joost had dit goed voor elkaar en wist uiteindelijk de partij te winnen.
Ivan – Ruben
Ivan wist deze wedstrijd te winnen, maar dat ging niet vanzelf. Ruben had namelijk de eerste kans op een voorsprong, maar wist deze niet te verzilveren. Daarna zag hij nog een mogelijkheid om een stuk te winnen, het kostte alleen zijn dame. Daarna deed hij alles om terug te komen in de partij, maar Ivan wist van een slordigheidje gebruik te maken om de partij op slot te gooien.
Julian tegen Matteo
Na een legendarische opening won Matteo een pion. Julian mouseslipte zijn toren waardoor Matteo een toren tegen een loper wist te winnen. Matteo wist ook nog een loper van Julian te pennen waardoor hij nog een stuk won. Julian gaf toen op.
In de partij Pepijn Brinksma-Joost Marcus offerde wit een pion in de opening. Zwart pakte die en ging een tijd verdedigen. Met relatief weinig tijd in vrij ingewikkelde stelling[ jeugdtempo!] moest zwart steeds precies blijven spelen. Na een tijd verdween Pepijns initiatief en toen won de Fide-meester geroutineerd het eindspel.
Wessel – Ed
Dit schaakspel begon met de opening 1.e4 c5, de Siciliaanse verdediging. Na enkele ontwikkelingszetten koos wit voor de Grand Prix Aanval met f4. Zwart versterkte zijn positie in het centrum met e6 en ontwikkelde zijn stukken.
In het middenspel probeerde wit druk uit te oefenen op de zwarte koningsstelling door middel van aanvallen en dreigingen. Zwart verdedigde zich en zocht naar tegendreigingen.
Er ontstonden tactische zetten en schermutselingen tussen beide spelers. Op een gegeven moment besloot wit een stuk te offeren (16. Pxe5), met als doel de zwarte koning bloot te leggen. Zwart nam het stuk op e5 te nemen, maar wit kon hierna een vork creëren tussen de koning en de toren op h8 na Dxe5+ en zo materieel voordeel behalen.
Zwart slaagde erin om met een tactische zet 26…Lxg4 de kwaliteit terug te winnen, maar wit had hierna alsnog twee pionnen in het voordeel, waarin het uiteindelijk slaagde om een sterke positie uit te bouwen en zijn voordeel te vergroten. Zwart had moeite om zich te verdedigen tegen de aanhoudende druk van wit. Na een reeks nauwkeurige zetten behaalde wit de overwinning in dit schaakspel.
Uiteindelijk slaagde wit erin om een sterke positie op te bouwen en zijn voordeel te vergroten. Zwart had moeite om zich te verdedigen tegen de aanhoudende druk van wit. Na een reeks nauwkeurige zetten behaalde wit de overwinning in dit schaakspel.